Het is 29 oktober, de 88e verjaardag van de republiek (“cumhürriyet”) Turkije. Er stonden allerlei festiviteiten op het programma, maar die zijn afgelast vanwege de recente aardbeving in Van. Wel hangen er overal -soms enorme- Turkse vlaggen, nog meer dan gewoonlijk.
We ontmoeten Kenan en Onur bij de metro-uitgang op het Taksim-plein, en lopen naar een zeer groot grand café (vier verdiepingen) aan de Istikal Caddesi, de grote winkelboulevard, waar we rustig kunnen praten. Koffie, (ijs)thee, grote ‘sandwiches’. Kenan neemt een groot stuk chocoladetaart, dat hij maar half opeet. De hele middag zitten we te praten, ook over strips en cartoons in Nederland. Een dubbelzijdig interview, noemt Onur het, al is dat een beetje overdreven. Onur vertaalt, soms probeert Kenan iets in het engels te zeggen, maar z’n engels is gebrekkig (en ons turks houdt ook al niet over). Aan het eind van de middag gaan we voor bier naar een café, pal tegenover de redactieburelen van Uykusuz.
Kenan
Kenan is als tekenaar begonnen bij Hibir. Later ging hij tekenen voor Lombak, daarna voor Penguen. Inspiratiebronnen voor hem zijn Manara, Bilal en vooral Moebius. Een Turkse inspiratiebron is Suat Gönülay, die hij bewondert zowel qua schrijven als qua tekenen, z’n manier van verhalen vertellen en z’n techniek.
In de jaren 90 probeerde hij veel genres uit. Melankomik (1997) is een verzameling van z’n verhalen uit HBR, Hilal (2005), genoemd naar de hoofdpersoon, is een verzameling van verhalen uit Lombak. Momenteel tekent hij voor Penguen psychologische horror-strips, een lang lopende serie van korte verhalen. En hij werkt aan een nieuw album, met de werktitel iLive.
Kenan lettert zijn strips zelf, met de hand. Dat is ‘levender’ dan letteren met de computer, en bovendien veel sneller. Hij ‘kleurt’ ook zelf zijn verhalen, meestal in zwart/wit grijstinten - dat dan weer wel op de computer.
Hij maakt geen cartoons meer. Dat heeft hij in z’n Hibir-tijd wel geprobeerd, maar hij vond dat hij er niet goed in was/het eigenlijk niet kon.
Kenans verhalen ontstaan tijdens het schetsen. Hij schrijft niet eerst een verhaal uit. Vaak zit hij maar wat te tekenen en dingen uit te proberen, en dan ontstaat daaruit een verhaal. In zijn begintijd probeerde hij vooral ‘mooi’ te tekenen, en vond hij het verhaal niet zo belangrijk. Hij was de eerste 10 jaar van z’n carrière op zoek naar verhalen van anderen om te tekenen. Een scenarist kon hij echter niet vinden. Gaandeweg ontdekte hij dat een tekenaar niet alleen moet tekenen, maar ook verhalen moet kunnen vertellen. Tijdschriften betalen trouwens ook niet apart voor scenario’s, en eigenlijk alle strips in de tijdschriften zijn dan ook zowel geschreven als getekend door dezelfde persoon.
Om een boterham te verdienen met tekenen is het zaak binnen te komen bij een gerenommeerd tijdschrift. Kenan kan leven van z’n strips. Hij krijgt een salaris en het tijdschrift betaalt voor hem sociale premies en dergelijke. Het salaris wordt gebaseerd op het aantal pagina’s dat een tekenaar doorgaans levert. Bij ziekte ofzo wordt het salaris doorbetaald.
In principe ligt het copyright op tekenwerk bij de maker, behalve in de week dat het tijdschrift waarin het werk staat, verschijnt. Turkse stripboeken zijn bijna altijd verzamelingen van eerder in tijdschriften gepubliceerde verhalen.
Bundeling van strips in een boek gaat soms op initiatief van de tekenaar, soms op initiatief van de uitgever. Hilal bijvoorbeeld is bij een andere uitgever (Dogan) verschenen dan die van het tijdschrift waarin de verhalen stonden. Vormgeving van het boek wordt meestal betaald door de tekenaar; als het boek helemaal klaar is, betaalt de uitgever de drukkosten. De tekenaar krijgt doorgaans zo’n 15% van de opbrengst.
Kenan woont in het Aziatische deel van Istanbul (net als Onur trouwens). Hij is zeer ordelijk (aldus Onur), keurige flat, opgeruimd bureau, drinkt niet, rookt niet, geen drugs. Mensen die zijn werk kennen, snappen niet dat de maker ervan zo’n keurig en bescheiden mens is. Z’n muzieksmaak is ook al niet erg uitgesproken: lounge.
Ongeveer vijf jaar geleden was er veel commotie rond een strip van Kenan, een verhaal over een gezin van seriemoordenaars. Hij werd aangeklaagd voor het 'verstoren van de moraal van de Turkse familiestructuur'. Kenan was erg ongerust en van slag; zo’n affaire is niets voor hem. Hij wil geen gedoe om zich heen, hij wil alleen ongestoord en zonder iemand te storen z’n verhalen maken. De zaak werd uiteindelijk geseponeerd.
Onur
Onur leerde lezen met behulp van comics. Z’n moeder was lerares en stimuleerde dat. Hij denkt dat veel mensen van zijn leeftijd indertijd zo hebben leren lezen. Hij las veel cowboy- en andere avonturenverhalen, veelal vertaald uit het italiaans – Tom Miks, Texas, enz.
Onur is filmer, maakt momenteel een mockumentary over een actieheld in de Turkse filmindustrie. De grap is dat zowel Turkse actiehelden als de Turkse filmindustrie niet bestaan. Het project wordt dan ook gefinancierd met eigen geld.
Hij is groot liefhebber van strips. Hij zou graag een enorme verzameling aanleggen, maar veel van wat hij goed vindt, is in Turkije niet te krijgen, en hij heeft er trouwens het geld ook niet voor. Daarom zoekt hij op internet en probeert hij te downloaden wat hij maar vinden kan. Hij is ook fan van Bill Hicks, overigens.
‘Onur’ klinkt als ‘honour’ en dat betekent het ook.
Strips in Turkije
Kenan voelt zich soms een beetje een ‘rockstar’, met een schare trouwe fans. Lange rijen fans (“duizenden”) bij boekenbeurzen, die komen voor een handtekening, een foto, een originele tekening. Natuurlijk heeft hij niet zo veel fans als popsterren, maar ze zijn wel heel trouw. Meer tekenaars hebben dat, maar niet veel. Een stuk of 5, denkt Kenan, maar al te veel striptekenaars zijn er volgens hem ook niet in Turkije, alles bij elkaar misschien een stuk of 25.
Eind jaren 90, begin deze eeuw stonden er veel meer langer lopende (vervolg)verhalen in de striptijdschriften. Nu zijn het veelal kortere verhalen, wellicht vanwege internet willen lezers sneller lezen en sneller het einde weten. Lezers hebben niet meer de concentratie en de tijd om te wachten op het vervolg, ze zijn ongeduldiger, alles moet sneller, het hele leven gaat sneller.
Kenan heeft nooit geprobeerd z’n werk in het buitenland gepubliceerd te krijgen. Hij denkt dat het te Turks is om in het buitenland aan te slaan. (Dat vindt Onur helemaal niet, integendeel, hij zit Kenan voortdurend op de huid om ’t te proberen en wil met alle liefde de verhalen in het engels vertalen.) En, zegt Kenan, de tijdschriften waarin de verhalen zijn gepubliceerd, hebben het niet graag: ‘they own the artist’, en zijn werk. Tekenaars werken zelden voor meerdere tijdschriften, hooguit voor een weekblad en een maandblad, en dan nog meestal uit dezelfde stal.
Veel mensen in Turkije, betoogt Onur, zijn überhaupt niet geïnteresseerd in het buitenland, ze zijn druk met hun leven in Turkije en met wat ze proberen op te bouwen. ‘Als je zo nodig in het buitenland wilt publiceren, ga daar dan naartoe en kom niet meer terug,’ vinden velen. Daarnaast, veel Turken zijn voortdurend aan het rekenen, en denken bij van alles ‘wat kost dat’, ‘hoeveel is het waard’ - bij wat ze in een winkel zien, maar bijvoorbeeld ook als ze gewoon ergens een kamer binnenkomen en naar het meubilair kijken. Als Kenan in het buitenland zou publiceren, gaan mensen om hem heen allicht denken ’wat zal hij daarmee wel niet verdiend hebben?!’ Daar moet hij niets van hebben. Hij wil gewoon rustig z’n werk maken, zonder praatjes achter z’n rug.
Kenan is bezig een vereniging te vormen van tekenaars, schrijvers, filmers, met name in het Scifi/Fantasy genre. Om elkaar te ondersteunen en te kunnen profiteren van elkaars netwerk om dingen van de grond te krijgen. Maar ook om samen sterker te staan, bijv. ten aanzien van copyrights.
(aut. Niels)