Het Turkartoonproject is één van de projecten die 400 jaar Turks-Nederlandse handelsbetrekkingen vieren. Natuurlijk waren er al eerder handels- en andere contacten tussen Turkije en Nederland. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog waren er contacten tussen de Sultan van Turkije en de tegen Spanje rebellerende geuzen, omdat het Osmaanse Rijk er belang bij had dat de Christelijke Europese staten zich niet verenigden in een nieuwe kruistocht tegen Turkije. Uit deze contacten kwam echter niets concreets voort. Al gingen Protestanten en Geuzen zich wel decoreren met insignes in de vorm van een halve maan, vaak met de woorden ‘Liever Turks dan Paaps’ daarin gegraveerd. Het was bekend dat Christenen en Joden in het Osmaanse Rijk godsdienstvrijheid genoten, terwijl de katholieke koning Philips II zijn protestantse onderdanen vervolgde. Dus als belediging naar de Spaanse overheerser was dat perfect: die zogenaamde 'wrede', niet-christelijke Turken zorgden beter voor inwoners die een andere godsdienst aanhingen dan de Spanjaarden.
Maar 400 jaar geleden, in 1612, tijdens het Twaalfjarig Bestand met Spanje, werden de banden tussen het Osmaanse rijk en de Republiek der Nederlanden officieel, met de komst van de ambassadeur Cornelis Haga in Istanbul. Hij kwam niet alleen om de handel met Turkije te bevorderen, bovenal was zijn opdracht om iets te doen tegen de Barbarijse zeerovers waaronder de Hollandse koopvaarders te lijden hadden. Barbarije lag in Noord-Afrika, ten zuiden van de Middellandse zee en officieel behoorde dat tot het Osmaanse rijk. Maar in feite had men in Istanbul nauwelijks iets te zeggen over de kapers en zeerovers uit Barbarije. Haga sloot al snel een verdrag waarin stond dat de Hollandse schepen niet gekaapt mochten worden. Dit had nauwelijks de gewenste gevolgen. Tot de negentiende eeuw bleven de Barbarijse zeerovers een probleem. Enig effect kwam van strafexpedities, Michiel de Ruyter bijvoorbeeld heeft op de kapers gejaagd. Maar zodra de vloot weer wegging uit de Middellandse Zee kwamen de piraten terug. Deze zeerovers hebben eeuwenlang in Nederland het beeld bepaald van ‘de Turk’. Ironisch genoeg blijken tientallen van de meest succesvolle piratenkapiteins uit de eerste helft van de zeventiende eeuw van Nederlandse origine.
In 1614 kwam een koerier van de Sultan, Ömer aga, met zijn gevolg naar de Nederlanden om indrukken te verzamelen van de Republiek waarmee ze een verbond hadden gesloten. Ömer aga bezocht niet alleen de Staten-Generaal in Den Haag, hij ging ook naar Utrecht en beklom daar –als eerste Turk- de Domtoren. De Staten-Generaal vond het bezoek van hem en zijn gezelschap echter veel te duur uitvallen en verzocht Haga dan ook te voorkomen dat er vaker van dit soort bezoekjes gepleegd zouden worden. Dat lijkt gelukt, want van verdere bezoeken uit deze periode is niets bekend.
Haga bleef 28 jaar ambassadeur in Turkije. Lang niet al zijn plannen werden gerealiseerd, maar al met al legde zijn ambassadeurschap de basis voor de eerste bloeiperiode van de Turks-Nederlandse handel in de tweede helft van de zeventiende eeuw.
(aut. Joshua)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten